Uitnodiging

Emma Crebolder

Uitnodiging Tweede LHPP: Emma Crebolder

Juryrapport Emma Crebolder
De jury koos als tweede dichter die de Leo Herberghs Poëzieprijs krijgt, Emma Crebolder
Emma Crebolder (1942), leeftijdgenoot van de eerste laureaat Kreek Daey Ouwens publiceerde recentelijk haar derde deel van een trilogie, is een dichter met een landelijk erkende kwaliteit en vertoont een grote affiniteit met het werk van Leo Herberghs. Daarmee voldoet ze aan de drie criteria die Leo, de jury en het bestuur formuleerden.
In haar eerste tweetalige bundel uit 1978 ‘Een hol in de zon’ staat
Waar de zee
                  doorbrak
blijft de dijk een litteken
verdicht op de huid
van het land
dat zo veilig leek
achter
De zee waarnaast ze in Zeeuws-Vlaanderen werd geboren, verlaat ze in haar gedichten nooit meer en als ze als de salamander over land is vertrokken zoals de titel van haar tweede bundel luidt, blijft haar liefde voor water in haar gedichten expliciet, vooral daar waar er een grens is tussen land en water of waar water ooit rijkdom schiep. Een rijkdom die ze bijvoorbeeld in haar huidige woonplaats vindt en die ze verwoordt in haar bundel uit 1992 ‘Op oude zee of mergelgrond’ : een hommage aan Maastricht met een kus van de zee.
In Zwerftaal laat ze het woord uit slib ontstaan. Het verbaast dan ook niet dat ze een verzoek kreeg in de Zeeuwse Slibreeks te publiceren. Het werd de bundel Zwemsonnetten waarin ze als een meermin zingend van Zeeland naar Schelde en Maas zwemt en met een zwaai van de pagina in haar Tanzania in het Tanganyikameer opduikt waarna ze over de wereldzeeën naar het Titicacameer zwemt.
Net als bij Leo spelen tijd en landschap in al hun dimensies een belangrijke rol. Ze is een spoorzoeker bijvoorbeeld naar de vos die zijn spoor trekt in haar tuin die tegen de St. Pietersberg leunt. Als ze het dier niet vindt, tovert ze het dichtend tevoorschijn.
Haar taal heeft ze gewet met haar studie Duits en vooral met Swahili dat ze opzoog in Afrika waar ze jaren met haar man verbleef. Terug in Nederland gaf ze er les in in Nijmegen, maar ook durft ze erin te dichten. Als ze die gedichten voordraagt, klinken die als muziek waardoor je haar op toonhoogte verstaat.
Ze schuwt optredens niet; ze was de eerste stadsdichter van Nederland en publiceerde in talloze tijdschriften.
In het zoeken naar eenheid in ogenschijnlijke diversiteit deelt ze de poëtische kracht van Leo Herberghs die de sensaties die hem tijdens wandelingen aangrijpen, in verzen benoemt en zo ordent dat er een oorverdovende stilte ontstaat die in haar sacraliteit een weg wijst naar heden, verleden en toekomst. Emma zegt het in 2014 in een interview bij gelegenheid van haar afscheid als bestuurslid van het Poëziefestival Landgraaf als volgt: ‘een gedicht zet iets op een kier waardoor je binnen glipt.’

En in een gedicht:
jaren kijkt ze zo
tot de salamander ontstaat
tussen stenen

Ze dicht op de grens van spreken en zwijgen, soms zelfs visueel zoals in haar jongste en meest rijpe bundels: de trilogie Vergeten, Vallen, Verzoenen. Koos ze in het verleden vaak voor het sonnet, in deze bundels durft ze het experiment maximaal aan zowel in vorm als woord en geeft ze een blik in hetgeen gebeurt in een hoofd dat ouder wordt. Het heeft de kracht van een triptiek zoals Rob Molin dat in zijn recensie zo fraai benoemt waarmee hij rechtstreeks verwijst naar de functie van een dergelijk kunstwerk in de kerk.
In 2010 verwoordt Emma Crebolder dit proces als volgt: ‘Het dichten helpt me tegen het niets.’
De lezer leest vervolgens dat hij met alles wat hem overkomt, iets kan. Dichter bij Leo Herberghs kan ze niet komen.
Mag ik Leo vragen die zijn naam eer aan doet als de zachtste Leeuw van Limburg, zijn prijs samen met mij aan Emma Crebolder te overhandigen als een prijs die heel haar oeuvre in een zomers licht zet en een verte geeft die we zien als we uit het raam kijken van dit monument van Peutz.
Maastricht/Heerlen, 11.07.2015.

vers gekapt

Boomstam met gedicht van Emma Crebolder

misschien ook interessant

terug naar boven